In het buitenland hebben veel honden geen huiselijk leven gekend. Ze zijn niet veel aandacht, warmte en gezelligheid gewend. En langzaam maar zeker zullen ze wennen aan “hun” mensen, ze zullen ze gaan vertrouwen en ze gaan zich steeds meer op hun gemak voelen. U, als nieuwe eigenaar zult in het begin zoveel mogelijk thuis zijn, om de hond de tijd te geven om zich te settelen en een band met u op te bouwen. Maar dan komt het moment dat u de deur uit moet, voor boodschappen, voor een bezoek aan het een of ander, of om te werken. Dan is uw hond dus voor het eerst helemaal alleen. Hier kan uw hond erg onzeker van worden. Hij kan zich in de steek gelaten voelen en kan gaan huilen, janken of blaffen om zijn roedel weer bij elkaar te roepen. Ze kunnen plassen en poepen in huis of soms zelfs uw meubilair gaan slopen.
Opbouwen met kleine stapjes
Het alleen-zijn kunt u het beste opbouwen met kleine stapjes. Leer uw hond dat u even de keuken in kunt gaan, zonder dat hij u volgt, hij moet dus alleen in de kamer blijven. U kunt dit eerst doen met een open woonkamerdeur, zodat uw hond ziet dat u niet echt weggaat. Als dit goed gaat, oefent u dit met de woonkamerdeur dicht. Na een minuut komt u weer terug en gaat verder met wat u aan het doen was. Geen aandacht aan geven dus en niet belonen als uw hond stil is gebleven. Dit bouwt u steeds verder uit totdat uw hond het normaal vindt dat u even de kamer uit bent.
Verder kunt u oefenen met het pakken van uw jas en deze weer ophangen. Het pakken van uw sleutels en deze weer neerleggen. Als u dit vaak herhaalt, zal uw hond begrijpen dat het pakken van uw jas en sleutels normaal is en niet tot spanning of angst hoeft te leiden. Dan gaat u naar buiten, uw hond blijft binnen en zorg dat hij u ziet. Na een minuutje gaat u weer naar binnen zonder aandacht aan uw hond te geven. Dit breidt u ook weer stapsgewijs uit. Als dit goed blijft gaan, ga dan even naar buiten waarbij uw hond u niet meer kan zien. Bouw ook dit weer rustig op.
Zorg voor afleiding voor de hond als u weg moet. Zijn favoriete speeltje, een grote kauwstaaf, een Kong gevuld met lekkers. Deze dingen geeft u alleen als u de deur uit moet, zodat het een speciale traktatie blijft en hij er niet aan gewend raakt.
U kunt voor pups/jonge honden ook een bench overwegen. Sommigen honden vinden een bench prettig, mits juist toegepast, omdat ze er een veilig holletje in zien. Een bench moet een zachte ondergrond hebben, een matrasje of een dik kussen, zeker als de hond er langere tijd in moet liggen. Zet de bench zo neer, dat de hond wel zijn mensen kan zien, maar zet hem op een rustige tochtvrije plek. Sommige honden vinden het prettig als de bench is afgedekt met een deken, zodat ze de bench als een soort hol, een beschutte plek, kunnen ervaren.
Geef uw hond zijn voer en zijn snacks in de bench, zodat hij leert dat het een vertrouwde plek is. Laat in de beginperiode altijd het deurtje open staan, zodat uw hond, zeker in de gewenningsperiode vrij in en uit kan lopen en niet het gevoel krijgt dat hij wordt opgesloten. Beloon uw hond met iets lekkers als hij uit zichzelf in de bench gaat liggen.Als dit goed gaat en uw hond regelmatig uit eigen vrije wil in de bench gaat liggen, dan kunt voorzichtig proberen om het deurtje dicht te doen. U blijft erbij zitten zonder verder aandacht aan de hond of de bench te geven. Na een minuutje doet u het deurtje weer open en loopt erbij weg, alsof het de normaalste zaak van de wereld is. Dit bouwt u rustig op. Als uw hond hieraan gewend is, dan probeert u even weg te lopen, terwijl het deurtje gesloten is. Na 1 minuut doet u het deurtje weer open. Ook dit bouwt u rustig op, zodra u ziet dat uw hond er geen moeite mee heeft.
Als dit allemaal goed gaat en uw hond een poosje in de bench kan liggen met het deurtje dicht, dan kunt u beginnen met even weggaan, eerst even de kamer uit en in een later stadium naar buiten gaan. Dit kunt u uiteraard ook combineren met de radio aanlaten, een kauwbot geven om te knagen of zijn vertrouwde knuffelbeest.
Wel en niet doen
Wat u niet mag doen:
uw hond straffen als bij thuiskomst blijkt dat hij geplast of gesloopt heeft. De hond zal de straf in verband brengen met uw thuiskomst en niet met wat hij (misschien wel een uur geleden) gedaan heeft. Hij krijgt dus als het ware straf op het moment dat de baas er weer is en dat zal er uiteindelijk toe kunnen leiden dat hij wegkruipt als u thuiskomt. Nooit uw hond opsluiten, dat verergert alleen maar het gevoel van alleen gelaten zijn en wordt als een straf ervaren.
Wat u wel kunt doen:
Als u gewend bent om dagelijks de radio of televisie aan te hebben, laat deze dan aanstaan als u weggaat. Het geluid
kan een kalmerende werking hebben op de hond.
Leg een kledingstuk dat u net heeft gedragen bij de hond, bijvoorbeeld een oud T-shirt. Uw vertrouwde geur kan een geruststellende werking hebben.
Als u weggaat of thuiskomt, besteedt hier dan geen aandacht aan. Begroet uw hond niet en neem geen afscheid. Doe alsof het de normaalste zaak van de wereld is en maak er geen speciale gebeurtenis van.
Tot slot:
Het overwinnen van verlatingsangst vraagt geduld en tijd, want uw hond heeft al een aantal jaren een heel ander leven geleid. Uw hond zal dus niet in één week een heel nieuw leven onder de knie krijgen. Voor mensen die een hond willen adopteren, waarvan op voorhand al bekend is dat deze verlatingsangst heeft: het zal veel helpen, als u al één of meerdere stabiele honden in huis heeft. Veel angstige honden trekken zich vrij snel op aan de honden die al bij u wonen. Gaat u een hond met verlatingsangst adopteren en overweegt u na een tijdje om er nog één bij te nemen, wacht dan eerst tot de verlatingsangst van de eerste hond is overwonnen. De kans is namelijk groot dat de tweede hond dit gedrag overneemt.